Warme procesvloeistof (1) komt binnen via een warmtewisselaarsbatterij (2) en krijgt water gesproeid door het sproeisysteem (3) aan de bovenkant van de koeltoren. Tegelijkertijd blaast de centrifugaalventilator (4) omgevingslucht omhoog (5) door het toestel. Tijdens de werking wordt warmte overgedragen van de interne batterij naar het water, en vervolgens naar de atmosfeer als een deel van het water verdampt. De afgekoelde vloeistof verlaat dan het toestel (6). Het torenbekken (7) of het bassin verzamelt het resterende sproeiwater. De sproeiwaterpomp (8) recirculeert het water naar het sproeisysteem. De warme verzadigde lucht (9) verlaat de toren via de druppelvangers (10), die waterdruppels uit de lucht verwijderen.
Wil je de VFL gesloten circuit koeltoren gebruiken om je procesvloeistof te koelen?
Neem contact op met je lokale BAC-vertegenwoordiger voor meer informatie.